In opdracht van de Economic Board Groningen onderzoekt CAB hoeveel mensen – met een afstand tot de arbeidsmarkt – kunnen meewerken aan het bouwkundig versterken van huizen in Groningen om ze veilig te maken tegen komende aardbevingen.

Tot nu toe wordt alleen nog schade hersteld, die is ontstaan als gevolg van de aardbevingen van de gaswinning. Binnenkort wordt begonnen met het bouwkundig versterken. Dan worden preventieve verbeteringen en versterkingen gemaakt. Van week 33 in 2012 tot en met week 27 in 2015 zijn er bijna 45.000 schades gemeld.

Dat heeft geleid tot veel werk voor bouwbedrijven. Zoveel, dat er bedrijven uit heel Noord-Nederland en Twente aan het werk zijn. Soms vestigt een bedrijf zich in het gebied om als lokaal bedrijf te opereren.

Bij de omvang voor het bouwkundig versterken wordt gesproken over minimaal 35.000 en misschien wel 80.000 gebouwen, als ook de stad Groningen er bij wordt betrokken. Dat gaat naar verwachting ook om grotere ingrepen. Hoeveel werk dat oplevert is nog niet bekend, maar het zal meer zijn dan lokale bouwbedrijven kunnen verzorgen.

De betrokken gemeenten, de provincie en de Economic Board Groningen vinden het van groot belang dat daarbij zoveel mogelijk mensen uit het gebied worden betrokken. Dat zijn de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, De Marne, Eemsmond, Loppersum, Slochteren, Ten Boer en Winsum. Ook de gemeenten Hoogezand-Sappemeer en Menterwolde zijn daar sinds kort aan toegevoegd.

CAB gaat met bouwbedrijven, gemeenten, UWV, SW-bedrijven, ROC’s en Epi-kenniscentrum een beroepencatalogus samenstellen. In deze beroepencatalogus maken we definities van beroepen, in eerste instantie zoals ze in de sector en in het onderwijs worden gebruikt. We voegen daar ook nog een tweede en misschien wel een derde laag aan toe. Wij denken dat het noodzakelijk is om de beroepen ook op een andere manier te beschrijven. Dat heeft twee redenen. De eerste is dat we op zoek zijn naar werk dat mensen zonder veel werkervaring en opleiding kunnen doen. Daar zijn misschien wel omschrijvingen van, zoals ‘het schoonhouden van de werkplaats’, of ‘het regelen van het verkeer op het bouwterrein’, maar geen duidelijke beroepen. Met de bouwbedrijven gaan we deze ‘activiteiten’ benoemen en kijken wat kandidaten moeten kunnen om deze activiteiten uit te voeren. Vervolgens vertalen we deze vaardigheden en persoonskenmerken voor gemeenten en UWV, zodat die mensen kunnen vinden die geschikt zijn om dit werk te doen. Als deze kandidaten niet helemaal de passende opleiding of ervaring hebben, kijken we wat er nodig is en wie deze opleiding zou kunnen verzorgen.

Met deze uitgebreide  beroepencatalogus gaan we naar gemeenten en andere organisaties, zodat zij mensen kunnen vinden die aansluiten bij de profielen in de beroepencatalogus. We denken daarbij niet alleen aan beroepen in de bouw zelf, maar ook aan beroepen daarom heen, zoals verkeersregelaars, beveiligingen en catering.

Wij gaan ervan uit dat deze inventarisatie de komende jaren een aantal keren per jaar moet worden herhaald, omdat er steeds nieuwe mensen instromen in de bijstand of WW. Omdat er elke keer betere omschrijvingen komen van de bouwbedrijven, de gemeenten en het UWV leidt elke volgende zoekactie waarschijnlijk tot betere resultaten. Voor het einde van het jaar is met deze actie voor de eerste keer duidelijk hoeveel mensen uit het gebied dat door de aardbevingen is getroffen een baan kunnen krijgen bij de bouwkundige hersteloperatie.