In dit boek beschrijft Guy Standing (hoogleraar aan de universiteit van London) het ‘precariaat’. Een samenvoeging van precair en proletariaat. Precair betekent in het Nederlands ‘hachelijk’ of ‘netelig’. Dat is ook precies wat Standing bedoelt. Het precariaat is ook een nieuwe groep, het is niet alleen een klasse, zoals het proletariaat. Hij vergelijkt het met een situatie, die hij omschrijft als: “ precariousness of residency, of labour and work and of social protection”.

Het precariaat  is niet hetzelfde als de ‘working class’, of ‘de arbeiders’. Deze groep kent verschillende vormen van zekerheid, die geheel of gedeeltelijk ontbreken bij het precariaat.

  • arbeidsmarktzekerheid, er is een arbeidsmarkt die iedereen faire kansen geeft op werk;werk-zekerheid,
  • rechtszekerheid van arbeidscontract en garanties tegen willekeurige ontslag;
  • baanzekerheid, mogelijkheid om je als vakman te ontwikkelen;
  • veilig werk, bescherming tegen ongelukken en ziekte;
  • opleidingszekerheid, de kans om vaardigheden te ontwikkelen op het werk;
  • inkomensgarantie, de zekerheid van een voldoende en zeker inkomen;
  • organisatievrijheid, een collectieve vertegenwoordiging op de arbeidsmarkt.

Door de combinatie van globalisering en neo-liberalisme zijn flexibele arbeidscontracten de nieuwe maat geworden. Daardoor is het precariaat de zekerheden van de working class kwijtgeraakt.

Precariats kennen hun collega’s en hun werkgever niet, nu niet en in de toekomst niet. Ze hebben geen voorspelbaar of stabiel inkomen of status zoals de middenklasse. Hun werk is uniform en modulair geworden. Daardoor hebben ze geen onderhandelingspositie, ‘voor jou tien anderen’. Het loont niet, noch voor de werkgever, noch voor het precariat om zich te scholen en te ontwikkelen.

Het precariaat is niet alleen een nieuwe groep. Het is ook een grote concurrent voor de working class geworden. Onze sociale welvaartsstaat is gebouwd op de working class. Zij zien hun rechten dan ook bedreigd door het precariaat en zijn weinig solidair.

De term precariaat wordt ook door het SCP gebruikt (SCP 2015). Het SCP geeft aan dat 15% van de bevolking in Nederland tot het precariaat behoort. Samen met de onzekere werkenden vormen zij bijna ⅓ van de bevolking.

Het basisinkomen, de oplossing.
Na een behandeling van het precariaat in ontwikkelende economieën zoals China en India, het einde van het ‘bedrijf’ (the firm), flexibele beloning, komt Standing bij zijn oplossing. Om een grenzeloze groei van het precariaat te voorkomen en daarmee een hyperflexibilisering van de arbeidsmarkt, met extreme verschillen tussen rijk en arm, stelt hij de introductie van een basisinkomen voor. En wel een onvoorwaardelijk basisinkomen. Dat betekent dat iedereen elke maand een vast bedrag krijgt, waarvoor hij of zij geen tegenprestatie hoeft te leveren. Standing spreekt van een ‘paradijs-beleid’ en herstel van ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’.

De idee achter het basisinkomen is dat deze garantie van een vast basisinkomen het stressvolle bestaan van het precariaat verlicht. Door deze stress zijn niet alleen werkplezier en ontspanning weggeraakt, maar ook het vermogen om rationele beslissingen voor jezelf en de andere te maken. Het basisinkomen zorgt voor een herverdeling van zekerheid, een herverdeling van financieel kapitaal, het herstel van controle over tijd en het ontdekken van ‘the commons’, een publieke ruimte.

Er zijn weinig voorbeelden van een (onvoorwaardelijk) basisinkomen. In Canada is een experiment geweest in de jaren 70, dat overigens nooit helemaal en goed onderzocht is. Recent heeft Standing experimenten gedaan in India en in Brazilië. Deze experimenten lijken te wijzen op interessante gevolgen van de introductie van het basisinkomen.

Mensen kunnen en durven meer te investeren in hun skills en opleiding. Ze hebben meer oog en tijd voor hun omgeving. Ook voor groepen die nu nog zwakker zijn op de arbeidsmarkt (vrouwen en allochtonen) geeft het economische en daarmee ook maatschappelijke zelfstandigheid. Het basisinkomen lijkt daarmee een interessant instrument om het vastgelopen beleid over reïntegratie, het geven van kansen voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en toegenomen armoede, ook onder werkenden, los te trekken.

CAB is met een aantal personen en organisaties in gesprek om te kijken of er een experiment kan worden gedaan met het basisinkomen.