De rol van de hulpverlener in de hulpverleningsketen bij uithuisplaatsing
klik hier om je aan te melden
Hoe word je als hulpverlener gezien, voor, tijdens en na de begeleiding van een gezin dat te maken krijgt met een potentiële uithuisplaatsing?
Voor ouders uit een multiprobleemgezin is een hulpverlener één van de laatste personen aan wie men hulp zou willen vragen. De hulpverlener is voor deze ouders niet iemand die ondersteuning biedt, maar iemand die een probleem creëert en daar een oplossing voor bedenkt – zonder dat de ouder zelf aangeeft een probleem te hebben. Voor een ouder kan de hulpverlening juist een extra stressor zijn in een al moeilijke tijd.
Bij het symposium staat centraal wat het effect is van hoe de hulpverlener wordt gezien? Welk (duurzaam) effect bereikt kan worden in de keten van hulpverleners en hoe belangrijk de rol is van de omgeving (ouders, (ex-)partner) en hoe die zich verhoudt tot de rol van de hulpverlener?
Leerdoel en leeruitkomst
Het symposium geeft hulpverleners inzicht hoe ze worden gezien door gezinnen en door andere hulpverleners. Hoe ouders de hulpverlener zien, bepaalt hoe de ouders de hulpverlening ‘gebruiken’: wat nemen ze over en waarom. Hoe andere hulpverleners elkaar zien als professional bepaalt hoe hulp of begeleiding wordt overgenomen of gebruikt door andere hulpverleners. Zowel vanuit een gezin zelf, als in de informatie die men vanuit een gezin krijgt en vermeld in een rapportage (en dus in een dossier komt).
Het symposium geeft hulpverleners een belangrijke reflectie op (de perceptie van) hun eigen professionaliteit en op dat van andere hulpverleners in de keten.
Locatie en datum
Het symposium vindt plaats in de KunstKerk in Warffum. Op 12 oktober van 14.00 tot 17.00 uur. De KunstKerk is goed te bereiken met openbaar vervoer (trein uit Groningen) en auto.
Prijs
De kosten voor het symposium zijn € 150 excl BTW voor de hele dag.
Accreditatie
SKJ: 3 punten
Registerplein: In aanvraag
Programma
13.30: Inloop met thee en koffie.
14.00: Welkom
14.15: Inleiding door Jana Knot-Dickscheit:
Achtergrond multi-probleem gezinnen.
14.35: Inleiding door Ieneke van Weringh en Jorien Benthem:
De aanleiding en opzet van De Lariks.
14.55: Inleiding door Halewijn Drent:
Hoe wordt de hulpverlener gezien? De uitkomsten van het onderzoek naar De Lariks.
15.15: Pauze
15.45: Workshops met een gespreksleider in vier groepen.
16.30: Plenaire bespreking uitkomsten van verschillende groepen/discussie door een deelnemer van de sessie.
17.00: Netwerkborrel
Workshops:
1. Hoe denk je dat je wordt gezien als hulpverlener door cliënten?
2. Hoe zien hulpverleners elkaar? Wat gaat daarin goed, wat gaat daarin fout?
3. Hoe houden verschillende hulpverleningsinstanties rekening met de ontwikkeling van een gezin in de hulpverleningsketen?
4. Wat is goed genoeg opvoeden?
Workshops:
1. Hoe denk je dat je wordt gezien als hulpverlener door cliënten?
2. Hoe zien hulpverleners elkaar? Wat gaat daarin goed, wat gaat daarin fout?
3. Hoe houden verschillende hulpverleningsinstanties rekening met de ontwikkeling van een gezin in de hulpverleningsketen?
4. Wat is goed genoeg opvoeden?
Voor meer informatie mail naar info@cabgroningen.nl.
Jana Knot-Dickscheit
Jana is Hoofd Expertisecentrum Gezinnen met meervoudige en complexe problemen bij de Rijksuniversiteit Groningen. Zij is orthopedagoog en gespecialiseerd in onderzoek naar gezinsgerichte interventies (proces en uitkomsten) en naar de kwaliteit van zorg voor jeugd en gezin. Met als hoofdonderwerp: gezinnen met meervoudige en complexe problemen. Bij Molendrift werkt Jana als behandelaar en als leidinggevende van flankerend onderzoek naar de effectiviteit van onze hulpverlening. Dit permanente doorlopend onderzoek wordt door afstudeerders en stagiaires van de Rijksuniversiteit Groningen vormgegeven in nauwe samenwerking met medewerkers van Molendrift. Zo werken wij voortdurend aan verdere verbetering van onze hulpverlening. Zij is auteur van het boek Gezinnen met meervoudige en complexe problemen.
Zorg Anders
De Lariks is een initiatief van zorgaanbieder Zorg Anders en Kinderbijstand. Beide zorgverleners vinden elkaar in een samenwerking op het snijvlak van (het voorkomen van) uithuisplaatsingen. Deze combinatie maakt het mogelijk om een ‘grotere pas op de plaats’ te maken in dit afwegingsproces. Het geeft lucht en ruimte zodat beslissingen met de meest mogelijke ingrijpende gevolgen, met de grootste zorgvuldigheid kunnen worden genomen. De Lariks heeft 7 inpandige geheel zelfstandige appartementen. Een eigen voordeur, woon- en slaapkamer, keuken en badkamer die modern maar vooral huiselijk gemeubileerd is.
Het verblijf in de Lariks is opgedeeld in 3 fases van gemiddeld 4 weken waarin participerende observatiemomenten centraal staan. De ouderbegeleiders werken samen met het stamgezin. Minimaal 2 geplande observatiemomenten (1,5 – 2 uur per keer) per dag, 7 dagen per week. Naast deze afspraken vindt er nog minimaal 2 maal per dag onaangekondigd bezoek plaats. Dit betekent dat binnen een afgemaakt Lariks traject, een ouder met zijn of haar kind, minimaal 336 x geobserveerd en ondersteund wordt. De ouderbegeleiders rapporteren ieder contactmoment.
Als uiteindelijk beoordelingskader wordt het framework met 14 condities voor een optimale ontwikkeling gebruikt (BIC-model*).
Ieneke van Wering heeft Zorg Anders opgericht. Zij heeft een HBO opleiding maatschappelijk werk, is SKJ geregistreerd en heeft jarenlange ervaring in de (jeugd) hulpverlening.
Zij is vijf jaar docent geweest op het Alfa College, Zorg & Welzijn. Ze heeft ook bij de Raad voor de Kinderbescherming, Elker en het Leger des Heils gewerkt, als begeleider van jeugdigen en ouderbegeleider.
Jorien Benthem is orthopedagoog bij De Lariks. Samen met Ieneke is zij De Lariks gestart. Zij heeft haar eigen bureau Kinderbijstand. Daarvoor heeft zij ook gewerkt bij het Alfa College en is ze
Familierechterlijk rapporteur NIFP, Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.
Het onderzoek van CAB
CAB heeft acht gezinnen gevolgd vanaf de intake tot twee jaar na afronding van een drie maand durend verblijf in een ouder-kindhuis van Zorg Anders. Dat geeft inzicht op de factoren die een rol spelen bij een (herstel van een) goede opvoeding; of beter gezegd van een opvoeding die “goed genoeg” is.
Bij de gezinnen is vaak veel begeleiding aanwezig, waarbij Zorg Anders ook een onderdeel is van de keten. Soms overlappen de trajecten elkaar, soms sluiten ze mooi op elkaar aan en soms valt er een gat. ‘De hulpverlener’ is daarmee ook een lastig begrip. Voor de specifieke hulpverlenende instantie is het altijd duidelijk wat hun rol is en waar hun eigen verantwoordelijkheid begint en ophoudt. Zij kunnen de hulpverlener benoemen in professionele termen, interventies en effecten. Voor gezinnen is dit vaak moeilijker om te kunnen bepalen.
Halewijn Drent is onderzoeker bij het CAB. Hij doet daarnaast promotieonderzoek naar de invloed van omgevings- en gezinsfactoren op het behandelsucces van kinderen in de jeugd GGZ. Hij is als socioloog gespecialiseerd in kwantitatief en kwalitatief onderzoek.
klik hier om je aan te melden