Op 22 maart 2018 organiseerde Kroeg & Roem een sessie over de (on)zin van gemengde wijken. De vraag was: Hoe maakbaar is de gemengde wijk eigenlijk?
Buurtcafé en buurthuis de Molleboon was de plaats van actie.
Als eerste gaf historicus en Amerikanist Maarten Zwiers een bijzonder interessante lezing over ‘ the other side of the tracks: segregatie in de VS’. Hierin vertelt hij over de grote gevolgen van de niet-gemengde wijken in de VS. Daar hebben slechte wijken bijna geen voorzieningen; de mensen hebben geen eigen auto en er rijden geen bussen. Daardoor kun je niet uit de wijk komen. Dat geldt ook voor de sociale mobiliteit. De wijk bepaalt in hoge mate de kansen op ontwikkeling en welvaart van haar inwoners.
Hoewel de situatie in Nederland veel minder extreem is, maakt Maartens presentatie veel stof los bij volkshuisvesters, beleidsmakers en wijkprofessionals.
De tweede pitch wordt gegeven door Jan Dirk Gardenier van CAB. Hij heefft een andere insteek en perspectief: ‘Jij wordt niet waar je woont, maar je komt te wonen wie je bent.’ Volgens hem zijn gemengde wijken een ‘sociologenprobleem’. Hij legt uit dat hij ook geen tegenstander is van gemengde wijken, ook hij erkent de risico’s van gesegregeerde wijken. Hij maakt een onderscheid tussen organisch gegroeide wijken en bewust gemengde wijken. Die laatstgenoemde zorgt juist voor meer verschillen en wantrouwen tussen de bewoners, volgens Jan Dirk. Volgens hem is er geen beste optie. ‘Het is belangrijk om om te gaan met mensen waar je je goed bij voelt, of die nu in je wijk wonen of niet’.
Tenslotte zegt ook volkshuisvester Rob Hoogeveen dat hij geen onverdeeld voorstander is van gemengde wijken. ‘Zijn gemengde wijken volkshuisvestelijk niet passé?’, was zijn vraag. Het vanzelfsprekende dat iedereen moet participeren is wel voorbij. Mensen zoeken toch mensen die op hen lijken, in sociale en culturele zin. Hij constateert wel een toenemende verdeeldheid door werkloosheid en geldgebrek. Volgens hem moeten woningcorporaties daarom vooral zorgen voor het betaalbaar houden van wonen. ‘Schop mensen er niet meteen uit als ze de huur even niet kunnen betalen, maar sta ze bij’.