CAB deed in de herfst van 2018 onderzoek naar de arbeidsmarkt van The Potato Valley. Vanwege de ontwikkelingen van schaalvergroting gecombineerd met afnemende aantallen studenten op MBO en HBO opleidingen plantenteelt wilden The Potato Valley inzicht hebben in de krapte op de arbeidsmarkt van de pootaardappelen in Noord-Nederland. In absolute aantallen is het aantal werknemers niet heel groot. Toch heeft de sector te kampen met een krappe arbeidsmarkt. Daarbij spelen beschikbaarheid (aantallen) en geschiktheid (profiel) een belangrijke rol. The Potato Valley wil meer inzicht in de krapte hebben om te beoordelen of er sprake is van krapte en zo ja, welke maatregelen er dan nodig zijn om die krapte tegemoet te treden en op te lossen.

Ouderwets en modern

Een belangrijke conclusie uit dit onderzoek was dat de pootaardappeltelers het vak leren bij hun ouders op de boerderij. Om pootaardappelteler te worden moeten je ouders ook pootaardappelteler zijn. Dat is belangrijker dan de opleiding. Deze vorm van informeel leren is tegelijk heel traditioneel, omdat ze al generaties lang bestaat, als heel modern. Andere sectoren proberen een meester-gezel structuur op te zetten die de pootaardappeltelers al hebben – zonder dat ze dat wisten.


Ouders en studenten kiezen dan ook veel vaker voor agrarische bedrijfskunde of een techniekopleiding. In de andere organisaties van de sector valt de keuze vaak op boerenzoons of -dochters. Zij hebben de voorkeur boven mensen die van ‘buiten’ komen, omdat zij praktische kennis hebben en een goed arbeidsethos. Daarnaast kent de sector een informeel netwerk van studieclubs, dat sinds een aantal jaren meer formeel is georganiseerd in de pootaardappelacademie. Daar wordt veel teeltkennis en kennis over bedrijfsvoering onderling gedeeld.

Geef een reactie