Zelfredzaamheid, eigen regie en eigen verantwoordelijkheid zijn dé kernwoorden van de drie transities. In het ideaalplaatje van gemeenten lossen burgers zoveel mogelijk problemen onderling op. Alleen als het echt niet lukt, biedt de gemeente ondersteuning. Het toenemende beroep op zelfredzaamheid vraagt om gedragsverandering bij burgers. In hoeverre begint deze verandering bij de overheid zelf? Oftewel, wordt van ambtenaren ook een hoge mate van (professionele) zelfredzaamheid verwacht? Dienen zij in hun werk eigen regie te voeren en moeten zij ook eigen verantwoordelijkheid nemen? Tijdens onderzoek bij een sociale dienst werd duidelijk dat het beroep op professionele zelfredzaamheid wordt vergroot, maar dat ambtenaren hier moeite mee hebben.
Het begrip zelfredzaamheid kent verschillende definities die allemaal dezelfde kern bevatten. Overeenkomstig verwijzen de definities naar het vermogen om activiteiten uit het dagelijks leven zelfstandig uit te voeren. Deze activiteiten omvatten huishoudelijke taken, persoonlijke verzorging en het uitvoeren van betaalde arbeid. Het beroep op zelfredzaamheid van burgers is de laatste decennia toegenomen. Tot 2007 werd de hulpvraag van burgers grotendeels beantwoord door hulpmiddelen beschikbaar te stellen. Met invoering van de nieuwe Wmo in januari 2007 werd het compensatiebeginsel leidend en kwam meer aandacht voor ondersteuning die het directe netwerk kan bieden. De nieuwe Wmo, die van kracht is sinds januari 2015, legt nog meer nadruk op zelfredzaamheid en het oplossen van problemen in het netwerk. De mate waarin burgers zelfredzaam zijn, is momenteel een actuele vraag.
In ons onderzoek stond de organisatiestructuur van de betreffende sociale dienst centraal. De dienst heeft de laatste jaren veranderingen doorgevoerd waardoor het beroep op professionele zelfredzaamheid gegroeid is. Professionele zelfredzaamheid is mijn inziens de mate waarin ambtenaren hun takenpakket zelfstandig uitvoeren en verantwoordelijkheid nemen voor hun werk. Bij de betreffende dienst was het beroep hierop gegroeid door ontslag van een aantal senior medewerkers. Zij dienden als vraagbaak voor medewerkers, controleerden werk en hakten knopen door. Deze verantwoordelijkheden komen nu meer bij medewerkers zelf te liggen. Er is een toetsingssysteem gekomen waarbij collega’s van hetzelfde niveau elkaar toetsen. Belangrijkste aanleiding voor de veranderingen zijn bezuinigingen. Tijdens het onderzoek hebben we de helft van de medewerkers gesproken. Duidelijk werd hoe ambtenaren reageerden op het toegenomen beroep op professionele zelfredzaamheid.
In de veranderkunde wordt vaak geopperd dat veranderingen beginnen bij jezelf. Dit wordt onderstreept door uitspraken als “beïnvloed anderen, begin bij jezelf”, “het goede voorbeeld geven” en, zoals Gandhi zei: “wees de verandering die je in de wereld wilt zien”. Volgens deze gedachten dient het veranderproces van het toenemende beroep op zelfredzaamheid bij de overheid te beginnen. Oftewel: zij moet van haar medewerkers ook een hoge mate van (professionele) zelfredzaamheid verlangen. Gebeurt dit in praktijk ook?
Tijdens ons onderzoek bleek dat ambtenaren moeite hebben met het toenemende beroep op hun zelfredzaamheid. Het merendeel van de medewerkers van deze dienst is hoogopgeleid en werkte minstens 5 jaar binnen het sociale domein. Gezien de aanwezige kennis en ervaring lijkt een hoog beroep op professionele zelfredzaamheid gepast. Het merendeel van de ambtenaren dacht hier anders over en geeft aan behoefte te hebben aan iemand in de senior rol. Allereerst vinden veel ambtenaren het prettig om eindverantwoordelijkheid neer te leggen bij een senior. Het toetsingsysteem, waarbij uitgevoerde taken gecontroleerd worden door een hogergeplaatste, wordt door de meerderheid gezien als noodzakelijk. Ten tweede is er grote behoefte aan een collega die dient als vraagbaak. Ten derde geven ambtenaren aan een hogergeplaatste te willen die knopen doorhakt.
De houding van ambtenaren komt voort uit gewenning, onderschatting van hun eigen kennis en vaardigheden en klantgerichtheid. Gewenning omdat er altijd iemand was die dat voor hun deed. Mede hierdoor onderschat een deel van de ambtenaren de eigen capaciteiten. Ook zijn veel ambtenaren erg gericht op het welzijn van klanten waardoor taken als administratie en controle van werk geen prioriteit krijgen. De weerstand van ambtenaren tegen het toegenomen beroep op professionele zelfredzaamheid is daarom begrijpelijk. Een cultuuromslag is bij ambtenaren, net als bij burgers, wel nodig om de kosten beheersbaar te houden. Let wel, mijn conclusie baseer ik op onderzoek bij één gemeentelijke sociale dienst. Heeft u soortgelijke ervaringen of juist andere? Dan hoor ik dat graag.